Christus is opgestaan!
door Aartspriester Theodoor van der Voort, gepubliceerd 24-4-25
We leven momenteel in de Paastijd, in de vreugde over de opgestane Heer. Pasen, het feest dat westerse en oosterse christenen dit jaar op dezelfde dag hebben gevierd, en dan ook nog in het jaar van het 1700-jarig jubileum van het Eerste Oecumenische Concilie van Nicea. Toch kunnen we moeilijk voorbijgaan aan het feit, dat het lang geleden is dat we in zulke onzekere tijden Pasen hebben gevierd: er woedt een oorlog op ons continent en één in het Midden-Oosten, de klimaatcrisis vraagt om meer dan alleen onze aandacht, oude transatlantische vriendschappen schijnen er niet meer toe te doen en in het Witte Huis heeft een president plaatsgenomen die behagen lijkt te scheppen in de verschrikte reacties op zijn wispelturig optreden. Toch is het van belang juist nu vast te houden aan ons geloof in de opgestane Heer en aan de woorden die Hij gesproken heeft. Hij is immers de continue factor, zeker in óns leven. In de geloofsbelijdenis van Nicea-Constantinopel, die dit jaar bijzonder in de belangstelling staat, wordt gesproken over Christus’ wederkomst, en dat aan Zijn Rijk geen einde zal zijn. Dat betekent uiteraard niet dat we nu maar met onze armen over elkaar moeten gaan zitten, omdat het toch allemaal uiteindelijk goed zal aflopen. Voor het zover is, kunnen we er immers met elkaar opnieuw een enorme puinhoop van gemaakt hebben.


Afbeelding: pixabay
Nieuw-jaar
door Hans Burger, gepubliceerd 1-1-25
Het is 2025, het nieuwe jaar is begonnen. Tijd meten we met seconden, minuten, uren, dagen, maanden, jaren, eeuwen. In onze tijdmeting hebben we de overgang gemaakt naar een nieuw jaartal. Een paar weken geleden begon er ook al een nieuw jaar, een nieuw kerkelijk jaar, toen de Adventstijd begon. Welke ‘nieuwjaar’ is het meest belangrijk?
Charles Taylor maakt in zijn boek Een seculiere tijd onderscheid tussen seculiere tijd en hogere tijd. Hij signaleert dat met de secularisering van onze hele wereld ook de tijdsbeleving is geseculariseerd. In een seculier tijdsverstaan is tijd leeg en eindeloos, niet langer verbonden met een hogere werkelijkheid. Die hogere tijd laat zien wat de samenhang is tussen onze tijden en een goddelijke werkelijkheid, en ordent onze tijden vanuit betekenisvolle momenten, momenten van verdichte tijd. Tijd opvatten als iets dat slechts meetbaar is in seconden, uren, jaren, past bij een seculiere tijdsopvatting. De tijdsbeleving van het kerkelijk jaar legt expliciet de verbinding met hogere tijd – Advent en Kerst zijn momenten van verdichte, betekenisvolle tijd.
De conclusie ligt voor de hand: het begin van het kerkelijk jaar legt de verbinding met hogere tijd, en is dus belangrijker dan een seculiere jaarwisseling op 1 januari.
Gezegend die komt
door Henk Gols, gepubliceerd 9-12-24
Op 19 september van dit jaar overleed frère Rolf Boiten, die met zijn vrouw Georgine in de jaren vijftig de gemeenschap Oudezijds 100 aan de Oudezijds Voorburgwal in Amsterdam stichtte. Tijdens mijn kerkelijke opleiding in de jaren ’70 liep ik er drie maanden stage. Ik kreeg bagage mee voor de rest van mijn leven. In de spannende realiteit van de binnenstad van Amsterdam leerde ik wat liturgie, diaconie en oecumene is. Bij Oudezijds 100 was (en is) ieder welkom. Om, indien nodig, hulp te ontvangen, maar ook om, naar gelang ieders mogelijkheden, aan de gemeenschap een eigen bijdrage te leveren. Immers, in elke waarachtige ontmoeting verrijken wij elkaar. Ook wie hulp behoeft is een gave van God.

„Zingend tasten naar het heilige...”
door Andreas Wöhle, gepubliceerd 25-10-24
Oecumenische gesprekken staan doorgaans stijf van de theologische vakbegrippen, dogmatische concepten en scherpe onderscheidingen. Dat er in de officiële dialogen überhaupt nog gezamenlijke visies op papier worden gebracht lijkt dan ook vaak een klein wonder – en even vaak is het dat ook! Het wonder heeft er dan mee te maken dat er in alle dialogen, hoe hoogtheologisch ook, de “niet theologische factoren” meespelen! Het zijn mensen die elkaar ontmoeten en die – als het goed is – in elkaar over en weer het oprechte geloof en het verlangen tot verstaan en tot naderbij komen ontdekken. Dat gebeurt, waar er tijd is voor dergelijke gesprekken, tijd voor ontmoeting. Ook tijd om je aan elkaar te irriteren, elkaar bijna kwijt te zijn en terug te winnen, elkaar uit te houden en van elkaar te leren houden. Dat is wat bij werkelijke dialogen gebeurt. Een enkel symposium leidt eerder tot uitwisseling van van tevoren vaststaande ijkpunten.
Fresco van het Concilie van Nicea, uit het Sümelaklooster (Turkije) ©Wikipedia

Het onderwijs van de apostelen en het concilie van Nicea
door Lieske Keuning gepubliceerd 28-8-24
Trump zei dat hij ‘God aan zijn kant had’ toen de kogel hem zijdelings en niet dodelijk raakte. Biden zei alleen met zijn verkiezingscampagne te stoppen ‘als God vanuit de hemel tegen mij zegt dat ik dat moet doen”, en Patriarch Kyrill beschouwt Poetin als ‘een Godsgeschenk’.
Ik heb geen opperrabbijn, geen paus, geen patriarch, geen Wereldraad van Kerken, geen bisschop, geen dominee, niemand gehoord die daartegen in het geweer kwam.
En ik dacht: er zou toch vanuit de kerk(en) eens iets gezegd moeten worden over het Godsbeeld dat de machthebbers van deze wereld hebben en dat ze gebruiken ter rechtvaardiging van hun daden. Een beetje catechisatie vanuit de kerken zou de wereld veel goed kunnen doen. Dan zou de kerk echt een sacrament zijn en er zijn ten dienste van de wereld als een kompas waarop je varen kunt.
Maar de kerken houden zich wijselijk stil, want wat hebben we in de geschiedenis anders laten zien dan onenigheid, scheuringen en afsplitsingen. En dus is geloof een privé-zaak geworden. Iedereen mag zelf weten wat voor God hij/zij dient en wat hij/zij gelooft. Ondertussen heeft dat ‘privé-geloof’ van de machthebbers van deze wereld grote gevolgen voor de levens van ontelbaar veel mensen.

Katholiciteit, kerk en eucharistie
door Hans Kronenburg, gepubliceerd 30-07-24
afbeelding: internet
Al twaalf jaar vraagt het Oecumenisch Forum voor Katholiciteit (OFK) aandacht voor het thema katholiciteit. Daarbij gaat het ons natuurlijk niet om het woord katholiciteit als zodanig, maar om de katholiciteit van de Kerk. Anders gezegd: wat voor ons katholiciteit betekent kun je aflezen aan onze visie op de kerk. Ons visiedocument Katholiek Appel (te vinden op deze site) zegt daarover:
De apostel Paulus noemt de kerk het lichaam van Christus, de zichtbare gestalte waarin Christus door zijn Geest onder ons aanwezig is, en waaraan mensen deel krijgen door middel van de doop, de poort naar de gemeenschap die leeft van ‘Gods goede genade’ (eu-charis-tie). Deze gemeenschap krijgt allereerst gestalte in de liturgie van Schrift en Maaltijd. Van daaruit manifesteert zij zich ook in de liturgie van het leven (pastoraat, diaconaat, apostolaat). Maar het begint allemaal bij de eucharistie: dááruit ontstaat de kerk, dáár komen alle aspecten samen die wezenlijk zijn voor het kerk zijn: gemeenschap met Christus en met elkaar, lofzang en gebed, verkondiging en viering, liturgie en diakonie, ambt en charisma.

Gang naar Onze Lieve Vrouwe
door Idelette Otten gepubliceerd 24-06-24
afbeelding: eigen foto
Deze junimaand staat voor mij in het teken van afscheid van Vleuten en vertrek naar Dordrecht. Het betreft een overgang van een kleine naar een grote kerk, van de oude Willibrord naar een Mariakerk. De oude Willibrordkerk heet formeel sinds begin van deze eeuw de Torenpleinkerk en de O.L.V. kerk wordt de Grote Kerk genoemd.
Een naam zegt iets over iemands wezen. Torenpleinkerk is een vreemde naam, gelinkt aan de naastgelegen Torenpleinschool. En een kerk alleen de Grote kerk noemen zegt vooral iets over de afmetingen en wellicht ook iets over de ambities.

Mag ik zeggen dat ik katholiek ben?
door Marcel Sarot gepubliceerd: 24 mei 2024
Er is iets vreemds aan de hand met de namen van kerken. Dit laat zich illustreren aan de hand van de naam ‘Protestantse Kerk in Nederland.’ Toen deze naam destijds bekend werd gemaakt, was er veel kritiek, en één van de kritiekpunten was: in deze naam lijkt het alsof jullie de enige protestantse kerk in Nederland zijn, maar er zijn er vele. Soortgelijke kritiek is te geven op andere kerknamen: Apostolisch Genootschap (zijn andere kerken dan niet apostolisch?).
Evangelische Kirche Deutschlands (zijn andere kerken dan niet evangelisch?), Katholieke Kerk (zijn andere kerken dan niet katholiek?), Oud-Katholieke Kerk (zijn andere kerken dan niet katholiek naar het ideaal van de vroege kerk?). En wat dacht u van het gebruik van de term ‘orthodox’ voor kerken uit de Byzantijnse traditie en ‘christelijk’ voor protestants onderwijs? Lees meer
Gods vijanden vergaan
een preek en een lied
bij de viering van 4 en 5 mei 2024
door Hans Uitenboogaardt gepubliceerd 1 mei 2024
afbeelding: Liedboek, Zingen en bidden in huis en kerk, 709
In deze column worden de preek van ds Heiko Miskotte in de Nationale Bevrijdingsdienst op 9 mei 1945 en het lied van Ad den Besten bij viering van de veertigste Bevrijdingsdag 5 mei 1945 met elkaar verbonden. Bij de gedachtenis in onze dagen van de gevallenen in de Tweede Wereldoorlog en de Bevrijding is het noodzaak om, als volkeren elkaar het licht in de ogen niet gunnen, bepaald te worden bij de roots van onze vrijheid en de perspectieven van onze samenleving.
1945
Vier dagen na de bevrijding op 5 mei 1945 werd in de Nieuwe Kerk op de Dam in Amsterdam de Nationale Dankdienst gehouden voor de bevrijding. Het was één dag na de schietpartij op de Dam, waarbij de Duitsers in Amsterdam hun laatste oorlogsmisdaad pleegden: door op een feestende menigte te schieten doodden zei tientallen personen. Het was dus letterlijk een dramatische context waarin deze dienst plaats vond. De voorganger was ds. Heiko Miskotte, sinds 1938 predikant in de Hervormde Gemeente Amsterdam. Zijn preek gaf hij de titel mee ‘Gods vijanden vergaan’ (Psalm 92,10). Hij hekelde de Duitse machthebbers en hun Nederlandse handlangers als ‘Gods vijanden’. Maar die term hanteerde hij behoedzaam: hij wilde, zei hij, zich niet te buiten gaan aan al te makkelijk uitgesproken laster: ‘Nee om onze vijanden zomaar te bestempelen als “Gods vijanden” is veel te goedkoop , om niet te zeggen huichelachtig. Het is zedelijk gevaarlijk en kan godslasterlijk worden’. Vervolgens somt Miskotte een lange litanie op van wandaden die in de oorlog waren begaan. Vervolgens vraagt zich dan af: ‘waren zij daarom Gods vijanden? Nee. Hoewel dit alles zonder rechtsgrond, mensonterend en gruwelijk was en nimmer te rechtvaardigen […] hoeden wij ons zoiets ontzaggelijks te zeggen’. De reden waarom hij de bezettingsmacht aldus aanduidde, was de volgende aanklacht: ‘Omdat de macht in alle ernst en letterlijk Israël heeft willen uitmoorden.’ Deze stellingname had de rode draad gevormd in zijn geschriften en preken sinds het begin van: wie zich tegen Joden keerde, kantte zich tegen de God van Israël en dus tegen Jezus Christus. In de stampvolle Nieuwe Kerk nam hij daarbij geen blad voor de mond. Miskotte constateert dat … ‘juist in dat geordende , in dat verfijnd misdadige, in dat zich uitwendig in schone tucht handhavende systeem zagen wij dit regime in zijn ware gedaante. En we begrepen waarom Jodenhaat en mensverachting samen moesten en voortkwamen uit één bron: de haat tegen de God van Israël. Hier weerklinkt de scheiding der geesten die Miskotte zes jaar eerder bepleitte: de nazi of de jood, de mythe of het charter van de humaniteit. Dat besef bepaalde de strekking van deze bevrijdingspreek:
En deze vijand is vergaan! Zeker zal dit niet de laatste vijand zijn … maar het is wel een voorteken van wat in de laatste dagen, in de strijd van de Messias en de Anti-Messias aan de idag zal komen.[…] Dit neemt niet weg dat wij deze dag van het einde der bezetting vieren als een verrukkelijke dag waarop onze vijanden voor onze ogen hun ondergang vonden.’

Samen Pasen vieren – maar niet zonder Pesach
door Henk Schoon gepubliceerd: 27 maart 2024
bron afbeelding: internet
In 2025 is het 1700 jaar geleden dat het eerste oecumenische concilie (algemene vergadering van de kerk) werd gehouden. Op dit concilie, gehouden in Nicea, een stad in Klein-Azië, kwamen de aanwezige kerkelijke leiders tot overeenstemming in een aantal zaken waar men in het christendom verschillend over dacht.
Een van die zaken was op welke datum het beste het feest van Pasen gevierd kon worden. In de eerste eeuwen had de kerk Pasen gevierd gelijk met Pesach. Pesach wordt gevierd aan het begin van de lente, op 14 Nisan. Het feest begint bij het vallen van de avond. De volle maan schijnt de hele nacht.
Om reden van verschillende Paasdata besloot het concilie om een zelfstandige berekening in te voeren die voor alle christenen zou gelden. Besloten werd om in ieder geval het Paasfeest niet op een vaste datum te vieren. Dat zou ten koste gaan van de relatie van het christelijke Paasfeest met het joodse Pesach.

Grote Vasten
door Theodoor van der Voort gepubliceerd 26 februari 2024
afbeelding; ikoon van de H. Maria van Egypte en de H. Zosima.
"Orthodox Church in America"
Christenen van de westerse kerken zijn al een tijdje bezig met de veertigdagentijd, in de oosterse kerken, die de Juliaanse kalender aanhouden voor de berekening van de paasdatum, beginnen ze binnenkort ook met de Grote Vasten. De Voorvasten is voor hen in ieder geval op 25 februari ingegaan. In deze tijd staan we stil bij onze eigen tekortkomingen en proberen door vasten en gebed dichter bij God te komen om zo ons geestelijk leven te versterken. In deze tijd kunnen we steun vinden bij mensen die op een bepaald moment een ascetisch leven zijn gaan leiden. In de Orthodoxe Kerk is dat met name Maria van Egypte. In de Metten van de donderdag in de vijfde week van de Grote Vasten wordt elk jaar ook in parochiekerken haar levensverhaal voorgelezen, en ieder jaar maakt dit op de toehoorders een enorme indruk. Het verhaal is een raamvertelling, waarin een monnik wordt opgevoerd, die van kinds af aan in het klooster heeft gewoond en zo’n rijk geestelijk leven heeft opgebouwd, dat hij zich afvraagt of er nog wel iemand is die hem verder zou kunnen helpen.

Het gebed moet altijd onrustig zijn van het verlangen naar eenheid.”
door Wim van den Dool gepubliceerd: 05 februari 2024
Afbeelding;: altaar in de kapel San Giovanni Battista in Mogno ( eigen foto)
In de gebedsweek voor de eenheid van de Kerk verscheen de verklaring ‘Rome – Reformatie nu’[1], waarin theologen en kerkleiders die deel uitmaken van het Platform Rome Reformatie, bepleiten dat de breuk tussen Rome en Reformatie na ruim 500 jaar niet als vanzelfsprekend beschouwd mag worden. Hoewel aan die breuk verschillen ten grondslag lagen die “met wezenlijke elementen van de expressie en vormgeving van het geloof te maken hadden” en die deels nog bestaan “met name over kerk en ambt”, is het eigenlijke breekpunt uit de Reformatietijd in 1999 weggevallen, toen de Lutherse Wereldfederatie en de Rooms-Katholieke Kerk hun gemeenschappelijke verklaring over de rechtvaardigingsleer publiceerden. De leden van het Platform Rome Reformatie stellen daarom de vraag of wat protestanten en katholieken nu nog scheidt werkelijk kerk-scheidend is. Ze pleiten voor een verenigde kerk, een “kerk van ‘eenheid in verscheidenheid’ of ‘verzoende tegenstelling’” en stellen de vraag “of dit zou kunnen in de vorm van een ‘protestantse ritus’[2] in de ene kerk?”

Geloofsgetuige Kaj Munk
door Idelette Otten gepubliceerd: 05 januari 2024
foto: Henk Schoon
Op 3 januari, aan de vooravond van de 80e sterfdag van Kaj Munk werden in de Dom vespers gevierd en werd zijn leven herdacht.
Katholiciteit raakt woorden als Overal, Altijd en Allen.
In ons appèl staat bij Altijd: De kerk is katholiek omdat zij leeft uit het apostolisch getuigenis, zoals dat tot ons komt in de traditie. Zij heeft alleen toekomst wanneer zij haar geschiedenis en overlevering daaraan toetst, kritisch evalueert en op overtuigende wijze vertaalt en doorgeeft.
Een voorganger uit de traditie is de Lutherse predikant Kaj Munk uit Denemarken. 4 januari was het 80 jaar geleden dat hij door drie revolverschoten afkomstig uit geweren van de Gestapo om het leven werd gebracht aan de kant van de weg in de buurt van Silkeborg.