Het is aan een uitgave in 1950 van Johan Winkler te danken geweest dat de naam en biografie van Kaj Munk in Nederland is doorgegeven en bekend is geworden. De felle profeet, vroom, pastoraal en enorm humoristisch werd een groot voorbeeld voor het predikantschap van mijn vader Alex Otten. Hij heeft op zijn beurt zijn liefde voor deze dominee aan mij doorgegeven. Toen onze oudste dochter in 2021 een poosje in Kopenhagen verbleef, toog ik met manlief naar Denemarken, naar West-Jutland om daar het plaatsje Vedersø te bezoeken, waar Kaj 20 jaar dominee was geweest.
Op nieuwjaarsdag 1944 kwam van het vieren van dit 20-jarig jubileum niets terecht, want op die dag dooft hij de kaarsen op het altaar, doet hij het orgel zwijgen. Hij is die dag niet gekleed in zijn plechtig priestergewaad, maar spreekt in winterjas en rode das zijn gemeenteleden toe. Onder hen waren mensen die de Duitsers vrijwillig hielpen verdedigingswerken aan de kust aan te leggen. Kaj kon dit als voorganger en herder niet tolereren. Met deze daad tekende hij zijn doodvonnis. Iets wat hij op 5 december 1943 tijdens een preek in de Dom van Kopenhagen ook al had gedaan, toen hij preekte: ‘Als er hier in ons land een vervolging (Munk duidt hier op de Jodenvervolging) in het leven wordt geroepen van een speciale groep van onze landgenoten, alleen om hun afstamming, dan is het de christelijke plicht van de kerk om uit te roepen: Dit is in strijd met de grondweg van het rijk van Christus, strijdig met het gebod van barmhartigheid, en iets afschuwelijks voor onze vrije Deense geest. En de kerk moet en mag zelfs verder gaan, zonder zich daarvan af te laten houden: gaat dit zo door, dan zullen wij met Gods hulp het volk tot opstand trachten te brengen.’
De 4e januari 1944 kwamen ze hem halen.
Munk werd vlak voor Drie Koningen martelaar. Overal lag sneeuw rond Vedersø en daarboven straalde de zon.
Idelette Otten