Uit de vele Nieuwtestamentische beelden voor de kerk (volk van God, tempel van de Geest, bouwwerk, kudde, etc.) kiest het OFK dus de metafoor van het Lichaam van Christus als vertrekpunt voor haar denken over de kerk. Een sleuteltekst daarvoor is 1 Cor.10: 16 en 17:
De drinkbeker der dankzegging, die wij met dankzegging zegenen – is die niet de gemeenschap met het bloed van Christus? Het brood dat wij breken, is dat niet de gemeenschap met het lichaam van Christus? Omdat het brood één is zijn wij die velen zijn één lichaam, want wij allen hebben deel aan hetzelfde brood.
Hier zegt de apostel Paulus dat de gelovigen door samen deel te hebben aan het lichaam van Christus (= de eucharistie) het lichaam van Christus (= de kerk) wórden: Kerk en eucharistie, eucharistie en kerk bepalen elkaar wederzijds: ‘ontvangt wat ge zijt en wordt wat ge ontvangt’ (Augustinus). Deze visie op de kerk, ook wel ‘eucharistische ecclesiologie’ genoemd, vindt veel aanhang onder orthodoxen, oudkatholieken en anglicanen, maar ook onder ‘hoogkerkelijke’ lutheranen. Veel protestanten vergeestelijken het kerkbegrip. Communie wordt meer beleefd in de groep (of tijdens het koffiedrinken) dan aan het avondmaal – terwijl Paulus kerk en eucharistie dicht bij elkaar houdt. Voor hem begint kerkzijn bij de eucharistie: daar worden we het lichaam van Christus, dat principieel één is en ondeelbaar, want verbonden in Christus. Daarom is het hart van de oecumene de eucharistische gemeenschap.
Om misverstand te voorkomen: we kunnen deze eucharistische ecclesiologie net zo goed, of misschien beter: ‘liturgische ecclesiologie’ noemen. Het gaat immers niet alleen om de eucharistie (het avondmaal) in strikte zin, het gaat om de héle liturgische viering: woord en sacrament, lofzang en gebed. In de liturgie ontstaat de kerk, daar komen alle aspecten van het kerkzijn samen, daar wordt de grondvorm van het kerkzijn zichtbaar. Zo is het begonnen in Jeruzalem, zo ging het in Corinthe, zo gaat het nog steeds, zo zal het gaan, overal, altijd en bij allen die met elkaar de Schriften openen en het brood breken, in het spoor van de apostelen - ‘totdat Hij komt’.
Hans Kronenburg